Hoe bewaart u wijn?

 

De meeste wijnen die in de wereld gemaakt worden, zijn bedoeld om redelijk snel te drinken, het zijn geen bewaarwijnen. Toch zijn er ook wijnen die pas echt op dronk komen als u ze bewaart en ze nog een aantal jaar mogen rusten. Deze wijnen zijn dus geschikt om nog langere tijd te laten liggen. In een kelder bijvoorbeeld.

Kelder

Een kelder is een goede plaats om wijn te bewaren. Het is er donker, rustig, er is sprake van een redelijk contante temperatuur en de omgeving is vrij van trilling. Staan er wijnrekken in de kelder, leg dan de witte wijnen onderop, daar is het nog iets koeler en dat kan een witte wijn beter hebben dan een rode.

Bewaart u wijnflessen met een kurk altijd liggend, zodat de kurk vochtig blijft en de fles goed afsluit. Droogt een kurk uit, dan krimpt deze. Hierdoor kan er ruimte ontstaan waar lucht in de fles kan komen en waardoor de wijn gaat oxideren.

Een fles met een schroefdop kan rechtop bewaard worden. Of een wijn met een schroefdop ook lang bewaard kan worden, daarover zijn de meningen nog steeds verdeeld. Om een wijn te laten rijpen en niet zuur te laten worden, moet er een klein beetje zuurstof bij de wijn kunnen komen. Volgens sommigen kan dit niet bij wijnen met een schroefdop, anderen geven aan dat de hals van de fles genoeg zuurstof bevat voor de rijping en dat een schroefdop geen belemmering vormt voor een bewaarwijn.

En als de fles eenmaal geopend is?

Is de fles eenmaal geopend dan is het wel zaak om er niet te veel zuurstof bij te laten komen. Tenminste als je er nog wat langer plezier van wilt hebben en de fles niet in een keer leegmaakt. Je kunt de kurk terugplaatsen op de fles, waarna de wijn nog zo’n drie dagen lekker blijft. Ook kun je hem vacuüm trekken. Hiermee haal je alle lucht uit de fles waarna je hem rustig nog enige tijd kunt bewaren.