Er zijn allerlei verschillende soorten wijnglazen, maar welk wijnglas hoort bij welke wijn en waarom?

Rode wijn
Drink je rode wijn dan is het eerste criterium voor het kiezen van het juiste glas de leeftijd van de wijn en of het om een op houtgerijpte wijn betreft. Als dit het geval is, dan neem je een breed bolvormig wijnglas, een ‘ballon’ waarvan je alleen de bodem vult, zodat de wijn goed kan ademen. Als er zuurstof bij de wijn kan komen, ontwikkelen de aroma’s zich het best.

Schenk je een niet op houtgerijpte wijn of een jonge wijn, neem dan een wat groter wijnglas dat ietwat taps toeloopt, zodat de geur en de smaak in het glas blijven.
Voor een rode dessertwijn neem je een heel ander glas, namelijk een cilindervormig hoog wijnglas.

Witte wijn
Een mousserende wijn als champagne of cava, schenk je in een hoog, smal wijnglas, flûte genoemd. Het glas maakt de mousse (de bubbels) goed zichtbaar en zorgt dat ze ook zo lang mogelijk in het wijnglas blijven. Drink je een zoete mousserende wijn dan heeft een breed laag glas de voorkeur. Een jonge witte wijn wordt geserveerd in een wat kleiner wijnglas. Een wat sterkere witte wijn hoort thuis in en middelgroot glas.

Rosé
Ook een rosé heeft een eigen wijnglas waarin de wijn het best tot zijn recht komt. Dit is een klein formaat wijnglas dat van boven toeloopt.
Hoe zwaarder de rosé, hoe groter en breder het glas.

Een schoon wijnglas
Nog belangrijker dan de vorm en grootte van het wijnglas, is dat een wijnglas brandschoon moet zijn om te wijn te laten floreren. Was wijnglazen dan ook altijd met de hand af. Doe dit zo heet mogelijk en met zo weinig mogelijk afwasmiddel. Droog het glas niet af, maar laat het gewoon uitlekken en wrijf het wijnglas daarna op.